Instrumenten

Welke instrumenten kun je inzetten om de beleidsdoelen te bereiken?

Faciliteren, informeren, stimuleren

Stimulerende instrumenten zijn bijvoorbeeld deelname aan of faciliteren van netwerken, het stimuleren van netwerkvorming en het opstellen van convenanten (tussen bijvoorbeeld gemeente, onderwijs en culturele aanbieders), onder meer om afspraken met het veld te maken over doelen en aanpak. Denk ook aan flexibele regelgeving, bijvoorbeeld voor het beschikbaar stellen van lege panden, vestigingsbeleid voor zzp’ers of het verlenen van vergunningen.

Informatievoorziening, burgerraadpleging, het organiseren van een cultuurconferentie en het promoten en etaleren van vormen van cultuureducatie en –participatie zijn instrumenten die je kunt inzetten om deelname aan en toegankelijkheid van cultuureducatie en –participatie te stimuleren. Bijvoorbeeld door aan te sluiten bij iktoon, dat in de maand juni een podium biedt aan amateurkunstenaars, of door een kinder- of stadsdichter aan te stellen.

Monitoring

Om te bepalen in hoeverre de beleidsdoelen worden behaald, is monitoring van het veld zinvol, zoals monitoring van cultuureducatie op scholen in de gemeente, bijvoorbeeld in het kader van de Rijksregeling Cultuureducatie met Kwaliteit.

Verbinden

Je kunt een professional aanstellen, zoals een cultuurmakelaar. Deze kan zich specifiek gaan bezighouden met een thema als talentontwikkeling en initiatieven, organisaties en individuen met elkaar verbinden. Een cultuurcoach (vanuit de Impulsregeling Brede Scholen) kan de verbinding tussen binnenschoolse en buitenschoolse cultuureducatie of cultuur en sport verbeteren. Naast de rol van beleidsmaker en financier kun je als gemeente dus ook optreden als verbindend makelaar, regelgever of zelfs game-changer. Door op te treden als ‘goede opdrachtgever’, stimuleer en ondersteun je het cultureel ondernemerschap van instellingen.

Financieren

Financiële mogelijkheden voor stimulerend beleid zijn: het opzetten van publiek-private culturele investeringsfondsen, het verstrekken van garanties bij leningen en het aanstellen van een makelaar richting bedrijfsleven. Hier lees je meer over instrumenten waarmee je cultureel ondernemerschap stimuleert. Intern zou je kunnen kijken of co-financiering uit andere beleidsterreinen mogelijk is, bijvoorbeeld vanuit de Wmo, marketingbudget of budget voor armoedebestrijding.

Als gemeente kun je ook rechtstreeks subsidie verstrekken aan accommodaties in de vorm van verenigingen/stichtingen voor amateurkunst of erfgoed, bijvoorbeeld voor binnenschools of buitenschools kennismakingsaanbod en voor basisvoorzieningen voor binnenschoolse en/of buitenschoolse cultuureducatie. Een basisvoorziening richt zich op vijf belangrijke elementen: locatie; programma; promotie; vindbaarheid via (digitaal) netwerk en toegankelijkheid. Deze elementen zijn benoemd door de Raad voor Cultuur in een eerder advies Meedoen is de Kunst.

Je kunt specifieke functies subsidiëren, zoals een intermediair of icc-er. Subsidies kunnen meerjarig of eenmalig zijn. Eenmalige subsidies worden vaak ingezet om incidentele en/of innovatieve activiteiten en projecten te ondersteunen of (gevorderde) talentontwikkeling te stimuleren. Met cultuurstipendia of beurzen stimuleer je verdere ontwikkeling van toptalenten.

Als gemeente kun je ook aansluiten bij (en/of matchen met) een Rijksregeling of een van de door het rijk aan het onderwijs beschikbaar gestelde cultuurkaarten. Zo is een bijdrage voor de VO-cultuurkaart of de mbo-card een mogelijkheid. Veel gemeenten doen mee aan Cultuureducatie met Kwaliteit, waarmee je het onderwijs rechtstreeks of via een culturele instelling een financiële impuls geeft om de kwaliteit van cultuureducatie te verbeteren. In het Programma Cultuurparticipatie stimuleert het rijk gemeenten en provincies om een financiële bijdrage te doen aan projecten die de toegankelijkheid van cultuur (via zelf (mee)maken) vergroten; namelijk via de regeling Samen Cultuurmaken bij het Fonds Cultuurparticipatie.

Je kunt (een deel van) het budget ook onderbrengen in een fonds, zoals het Jeugdfonds Sport en Cultuur (aansluitend bij het landelijke initiatief) of een lokaal jongeren-, ouderen-, innovatie- of algemeen cultuurfonds. De beoordeling van subsidieaanvragen wordt veelal ondergebracht bij een onafhankelijke commissie, zoals een kunst- of cultuurraad. Ook kan je via kortingsregelingen de financiële drempel voor specifieke doelgroepen verlagen.

Wanneer je subsidies verleent, maak je daarover prestatieafspraken. Vaak zijn deze kwantitatief van aard. Ze gaan bijvoorbeeld over het aantal mensen dat bereikt moet worden. De VNG en Cultuur-Ondernemen adviseren om daarnaast maatwerkafspraken te maken waarin de kwalitatieve kant wordt meegenomen, bijvoorbeeld over het creëren van maatschappelijke waarde. Zo kom je meer tegemoet aan datgene wat een culturele instelling of andere partij te bieden heeft. Hier lees je meer over dergelijke afspraken.

Staat jouw bouwsteen voor ‘Instrumenten’ er niet tussen? Stuur een mailtje en wij maken hem voor je aan.

Bekijk nu het resultaat. Je kunt bouwstenen blijven toevoegen of verwijderen.

Bewaar je bouwwerk